I want to be a Cowboy’s Sweetheart
Klassieker van Patsy Montana, waarmee Rosalie Allen ook een hit had. Er zijn varianten op het thema, zoals (ook gezongen door Rosalie Allen) ‘I want to be a sailor’s sweetheart’.
In het geval van the sailor’s sweetheart wordt niet gejodeld, maar getreurd, omdat je bedrogen wordt. Toch kan ze niet weg en blijft ze in de ban van de zeeman.
Lyrics: Send “I Want To Be A Cowboy’s Sweetheart” Ringtone to your Cell Songwriters: MONTANA, PATSY I Want to Be a Cowboy’s Sweetheart
I want to be a cowboy’s sweetheart I want to learn to rope and to ride I want to ride o’er the plains and the deserts Out west of that great divide I want to hear the coyotes howlin’ While the sun sinks in the West>>>>>>>>>>>>>>>SETS in the West I want to be a cowboy’s sweetheart That’s the life I love the best >>>>>>>>>THE life I love the best
(Yodeling) [ Lyrics from: http://www.lyricsfreak.com/s/suzy+bogguss/i+want+to+be+a+cowboys+sweetheart_10227928.html ] I want to ride Old Paint goin’ at a run I want to feel the wind in my face A thousand miles from all the city lights Goin’ a cowhand’s pace…………………………….GO at a cowhand’s I want to pillow my head near the sleeping herd While the moon shines down from above I want to strum my guitar Od’da’le ee hee Oh that’s the life that I love
(Yodeling)
I want to be a cowboy’s sweetheart I want to learn to rope and to ride I want to ride o’er the plains and the deserts Out west of that great divide>>>>>>>>>>>>>>>>>>>the great divide I want to hear the coyotes howlin’ While the sun sinks in the West>>>>>>>>>>>>>sets in the west I want to be a cowboy’s sweetheart That’s the life I love the best
(Yodeling)
Patsy Montana heeft ook nog een andere versie uitgebracht, die op dezelfde tune, een andere tekst brengt; een soort sequel, want nu heeft Patsy Montana haar Cowboy’s sweetheart gevonden en zingt ze over hoe ze zich settlet en haar kinderen het jodelen aanleert. In de jodel is er een tegenstem die in lichte echo meezingt.
Youtube zegt hierover: This version was recorded by Patsy several years after her original classic in1/26/1937, Vocalion #3268. She was backed up by The Light Crust Doughboys on this version. On the original, she was backed by The Prairie Ramblers, who backed her up on most of her original hits. This version’s lyrics update Patsy’s story from a girl wanting to be a cowboy’s sweetheart to a girl who has found her true love and “settled down on a ranch of her own” with children.
Cattle Cal
The Cattle Call, gezongen door Eddy Arnold, stond op een cassetje van mijn familie uit Canada, en zo heb ik het tijdens de voorbereidingen aan Living Archive ontdekt. Het is niet ten onrechte een meesterhit van Arnold. Op een of andere manier krijgt het anders zeemzoeterige hier een wijdsheid en ook weer en grappig effect een grappige hik (hiccup). Mijn zanglerares Eurydike vond dat er veel horizon in de stem zat, een grote emotionele draagkracht. Dat aspect wordt misschien onderbelicht in de typering van Arnold door Plantenga.
Arnold heeft verschillende versies opgenomen. Volgens de Cd liner notes van Eddy Arnold (Eddy’s Song) zou hij het nummer zijn beginnen spelen tijdens de recording ban (vanaf 1 augustus 1942 tot december 1944). “Although he couldn’t record any material, Foster sent him some songs for his consideration, including a Tex Owens song entitled Cattle Call, that had an extra bridge inserted by an un-credited Fred Rose. Eddy featured in his act and it quickly became a favourite with audiences. Volgens Plantenga heeft hij Cattle Call opgenomen in 1944 en terug in 1955. En volgens de CD-liner notes van Eddy Arnold. Eddy’s song, ook nog eens op het einde van zijn leven.
Het gegeven van Calling is zeer verbonden met zingen: Iedereen called wel op een bepaalde manier. Zoals god die zijn schapen roept, in Hank Williams ‘Calling you’
Rosalie Allen (b. Julie Marlene Bedra, 1924)
bio Bart Plantenga: She is “probably less renowned than she ought to be. She’s most remembered for her enchanting yodel duets with Elton Britt. In the 1940s and 1950s she was certainly big enough as the ‘Hillbilly Yodel Star” to have her own radio show, ‘Prairie Stars’
Her story is a classic tale of Depression-era hardships. Born into a Polish immigrant family of eleven children in Old Forge, in the central Pennsylvania coal-mining district, she worked and boarded in a restaurant, helping out the family by sending home her paychecks. And it was during this period that she got hooked into the magical world of yodeling via songs she heard on the radio. She won a contest that dubbed her the ‘Queen of the Yodelers’, a title she used throughout her career. She moved to New York in 1943 with Denver Darling’s Swing Billies cowboy troupe. She had several hit records: ‘Guitar Polka’, ‘Yodel Boogie’, and ‘He Taught Me to Yodel’. Try her ‘Wide Rolling Plains’.
= Rosalie Allen: The Hillbilly Yodel Star of the 1940s, Bronco Buster, 1990s. Recorded 1944-49 with Denver Darling’s band. Includes some yodel duets with Elton Britt and Red River Dave. - Queen of the Yodelers, Cattle, 1983 - Yodel Your Troubles Away, with Elton Britt and Denver Darling, Cowgirlboy, 1992 = Elton Britt & Rosalie, ‘Side by Side’, the Duets, 2010. = The Versatile Rosalie Allen, 2009
Myriam Van Imschoot: de stem van Rosalie Allen heeft dat sterke staal. Ze laat het soms stoer, Calamity Jane klinken, maar vaak onschuldig, opgewekt. Na vele nummers gaat dat soms vervelen, maar dan vind ik zo’n nummer als Columbus Stockade Blues een interessante afwisseling (ook het Blues genre laat een andere stem toe).
Net als Elton Britt is ze vooral een ballad singer, met relatief weinig jodelnummers op haar elpees. Haar repertoire bevat ballas, hillbilly dities, western, liefdes- en populaire liedjes. Later in haar carrière wordt ze promotor van country muziek, journaliste en dj.
In de jaren vijftig wordt het soort muziek en opstelling waar Rosalie Allen voor staat weggeduwd door de rock’n’roll. Ze zou haar laatste opnamen omstreeks 1955 maken. Van haar persoonlijk leven is weinig geweten, wel dat het een moeizame worsteling was om terug aan de bak te komen. Herhaaldelijke comebacks lukken niet, tot ze in de jaren tachtig voorgoed verdwijnt nadat ze in elkaar geslagen is bij een wagenoverval. Voor dergelijke details uit haar leven, zie de liner notes van Rosalie Allen, The Hillbilly Yodel Star of the 1940s.
Ik vind enkele liedjes grappig door de lyrics. Zoals het zusje dat vraagt om enkel een broertje te krijgen (neem dat zusje maar terug), of het parlando zingen in Never Trust a Man, of imitaties van accenten in Spanish Polka. Zinnen als ‘If you don’t believe I’m leaving just count the days I’m gone’. Idem voor Tomboy. Ze beheerst het jodelen goed. Ze is dan ook niet voor niets the Yodeler Queen. De liner notes op The Versatile Rosalie Allen vermelden dat ze invloeden kreeg van The Girls of the Golden West (Dollie & Millie Good) uit de jaren dertig. Er is ook een verwijzing naar Kenny Robert als ‘king of yodeling’, luister maar eens naar zijn versie van Chime Bells, dat moet ik dus opzoeken. Cf. The Best of Country Yodel, vol 3
Vedere notities: Vreemd toch dat ondanks een kindertijd en jeugd in grote armoede, de muziek klinkt zo upbeat en alleen over de rampen van de liefde wordt hartverscheurend gezongen. Dat doet vreemd aan na decennia van singer song writers die over hun eigen leven zingen, dat bij dit soort zangers er zo’n grote scheiding is tussen leven en stof waarove ze zingen.
Rosalie Allen, The Versatile Rosalie Allen, double cd. Mooie collectie met om de zoveel nummers een jodelnummer. Zie Itunes.
Elton Britt & Rosalie Allen, ‘Side by Side. The Duets’, 2010
Dit is het eerste album met de duetten van Elton Britt en Rosalie Allen, beiden RCA Victor artiesten. Ze namen elk veel op in de jaren veertig en vijftig. Ze zetten ook duetten op vinyl en traden vaak samen op tot ver in de jaren zestig.
Elton Britt (aka James Baker) (1913-1972) is opgegroeid in Arkansas. Vanwege een zwakke gezondheid gaat hij veel zwemmen, wat hem later ook zijn jodelen tegoed zal komen. Zijn familie is muzikaal, maar hij zou voorbestemd worden om op het land te werken. Op tienjarige leeftijd koopt hij een gitaar en is hij vooral begeesterd door de yodeling blues and ballads of Jimmie Rodgers. Zelf zal hij als muzikant veel sentimelere toets geven aan zijn uitvoeringen. Zijn talent wordt gespot door twee talentenjagers die hem tijdens dat hij aan het werk is op het veld vragen om te zingen. Hij verkast naar California, en wordt er beroemd als lid van de legendarische radio groep ‘The Beverly Hillbillies’. Zijn naam wordt omgedoopt tot Elton Britt omdat dat meer Hillbilly zou klinken. De eerste opnamen dateren van midden jaren dertig. In New York vervoegt hij de Zeke Manners Band, vooraleer hij verder solo gaat. Hij verschijnt op radio, tv, zelfs in enkele films. Zijn grootste hit is “There’s A Star Spangled Banner Waving Somewhere’ (1942) uit een manke jongen die toch voor zijn land wil vechten. HIj sterft nogal vroeg in 1972 wegens een slechte gezondheid.
HIj was in de eerste plaats een goede zanger, maar hij is ook bekend om zijn jodelen. Zijn repertoire bestaat evenwel vooral uit ‘crooning love songs, blues and swing numbers’. Hij gaat gelkleed in kleurrijke western kostumms en neemt ook enkele country songs op, maar slechts nu en dan jodelt hij daarbij. “Indeed, most of his big sellers featured no yodel at all. Nevertheless, there is no doubt amongst aficionados of country and yodelling music that he was amongst the finest in the world of his art.”
Rosalie Allen (1924-2003) (aka Julie Marlene Breda) is aanvankelijk bekend voor haar jodelen: “the yodeling cowgirl”. Haar bekendste hit is “I want to be a Cowboy’s Sweetheart”. Afkomstig van Pennsylvania wordt ze een “devotee of the singing cowboys during the 1930s”. Ze heeft zichzelf leren gitaar spelen, en zingt en jodelt voor de radio in de jaren veertig. Ze zingt voor verschillende bands, waaronder de Zeke Manners Band, waar ze Elton Britt ontmoet, en waaruit een samenwerking groet, eerst in optredens later op vinyl. Net als hem is ze eigenlijk vooral een ballad singer, met relatief weinig jodelnummers op haar elpees. Haar repertoire bevat ballas, hillbilly dities, western, liefdes- en populaire liedjes. Later in haar carrière wordt ze promotor van country muziek, journaliste en dj.
Over de jodelsongs op de cd:
Mockingbird Hill: hoewel dit lied geen jodel bevat, plaats ik het in het genre waarbij vogels nagedaan worden en aanleiding zijn voor een soort ‘natuur’lied. Ze zijn bij de eerste die dit lied (geschreven door een vriend Vaughn HOrton) opnamen. Het werd nadien een ‘evergreen’.
Swiss Lullaby: een upbeat die niet echt een lullaby is maar er wel over gaat.
The Yodel Blues: a showtime song from ‘Texas Lil Darlin’”, waarmee ze vaak geassocieerd werden. Het is een zeer grappig lied. Het is vrij uitdagend om de jodel zo harmonieus in samenzang te brengen.
Nota bij CD: het is zeer interessant om te zien hoe ze hun duetten uitbouwen. Het codewoord is inderdaad harmonie, zoals dat erg virtuoos gebeurt in het jodellied. Daarmee lijkt sexueel verschil erg uitgevlakt; ze zingen doorgaans dezelfde tekst, of wisselen af, zonder het echt tot call and answer uit te werken. Het lijken twee stemmen die gewoon het zelfde verhaal kunnen brengen. Toch vul je dat anders in wanneer je een mannenstem dan wel een vrouwenstem hoort, wanneer ze over broken hearts zingen, verleiding van soft lips, wachten, trouw. De duetten zijn niet ‘on opposite side’, maar dus wel degelijk side by side.
Noot: Tomorrow You will be Married (3) vind ik wel grappig omwillen van zijn lyrics.
Eddy Arnold
(b. Richard Edward Arnold, 1918). Bart Plantenga, The Secret History of Yodeling Around the World: “‘The Tennessee Plowboy’, was a smoth Perry Como-like crooner. He was country’s first crossover star, achieving fame and fortune by polishing away all the blemishes, all the rough-hewn edges to create a seamless, glossy, country pop sound. Arnold grew up on a Henderson, Tennessee, farm and was indeed a plowboy who rode to his very first singing engagements on the back of a mule. He tramped around, lived and worked in a funeral parlor, until in 1940 he got his break with Pee-Wee King as his lead vocalist, performing at the Opry and singing regularly on radio. In 1948, he had six Top 10 hits. Arnold first recorded ‘Cattle Call’ in 1944, rerecording it in 1955. It became a monster crossover hit and made him a star. Arnold remained successful until the end of his career with an MOR sound that ruffled no feathers. He invested in real estate and was pretty much set for life. Arnold was inducted into the Country Music Hall of Fame in 1966.
Hillbilly Favorites, Cattle, 1990s. Rare 1950s transcription recordings. The Esential Eddy Arnold, RCA, 1996. Strictly Hillbilly Style, Cowgirlboy, 1990s.
Een verdere toelichting bij de crossover sound van Eddy Arnold vind ik in de Cd liner notes van Eddy Arnold. Eddy’s Song: A training ground for Eddy was The Golden West Cowboys: “(t)he experience he gained from singing with the band played a major role in moulding his future career. The Cowboys were not a hillbilly band, but came from a vaudeville background and their sound cas closer to the big bands rather than the traditional string bands. Eddy’s singing was devoid of the whining, nasal vocals that typified many hillbilly singers, and as a consequence, his more pop sounding vocals appealed to an audience that extended beyond the traditional country one”.
Zie ook Cattle Call.
Modern Country inspired
Abigail Washburn & The Sparrow Quartet Mingling chinese and old time in this album. I only copy the first two tracks, because it gives some idea about their approach with a yodel touch.
Hank WILLIAMS
niet altijd strikt jodelliederen, maar wel mooie broken voice momenten in zijn frasering.
Grandpa JONES (Louis Marshall)
1913 -
Cd. Grandpa Jones Makes The Rafters Ring. Mediatheek: MB6727 Jones first adopted his elderly persona in the 1930 he couldn’t have known it was a role he would spend a lifetime playing.
He was born into a large family in the small farming community of Niagara, Kentucky. His signature instrument became the banjo. In late teens he started appearing on local radio, billed as “the Young Singer of Old Songs’.
He teams up with a mouth harpist, they do much radio work (at some point they relocated to Boston) and tour also with song collector Bradley Kincaid.
Grandpa was first a running gag for his grumpy mood when arriving for the early radio show. He decided to make it a stage persona. Supplemented with his love for hillbily, it all added to a loveable and affable old timer.
In the 1930 country was in a reevalution. MOdern sounds, jazz influenced, amplified, western swing, etc challenged the popularity of the string band and old timey performers. But in fact this ‘Grandpa’ persona could embody well the “sheer unabashed enjoyment of the earlier string band period.”
When Brother duet acts were at their commercial peak in the 1930, Grandpa jones met The Delmore Brothers.They would appear in shows in various combinations. He makes a record with one of them (Merle Travis) for a label that “cut country music for the Appalachians who migrated north to work in the manufacturing plants in the midwest. These working class rural migrants were a market ignored by the major labels which were increasingly looking for a potential pop crossover in their country talent.”
Verschillende formaties. Zie cd liner notes. Grandpa Jones makes it to Nashville’s Grand Ole Opry. He performs regularly there, and was well in to the 1960s well recorded too, despite his style remaining largely unchanged for decades.
On the yodeling record as such, see the liner notes here included as photo
Jimmie Rodgers, The Blues,
SLIM WHITMAN
CD: The Man With the Singing Guitar. Vol. 3.
Of interest: Nr. 1 Song of the Wild, because of the nearly imitation of Eddy Arnold’s Cattle Calll. Nr. 11. I’m A fool. Yodeling goes well together when somebody is portraying him as a fool. nr. 16 At the End of Nowhere. Although strictly speaking, hardly some yodeling is in the song, it’s a beautiful title, and could be the perfect Chris Isaak song.
Wylie & The Wild West
MC9819 C001 CCC Wylie & The Wild West, Ridin’ The Hi-Line (Rounder, 2000). De cd bevat 15 songs waarvan 3 yodel songs. De laatste Ol’ Coyote komt in de buurt. Ik heb de eerste 5 songs overgezet, samen met nog ‘Odessa Yodel’ ‘14) en ‘Ol’ Coyote’ (15).
Wylie Gustafson is ‘versatile’ en ecclectisch, met een grote respect voor traditie. Volgens Bart Plantenga maakt hij deel uit van de renaissance van jodelen in country. Van zijn vader, een veearts, leert hij in NOord Montana het jodelen en de cowboy folk songs. Van de televisie leert hij rock n’ roll. Hij verhuist in 1986 met zijn vrouw Kimberley naar Los Angeles, waar hij in contact komt met de ‘down-to-earth sounds of West Coast country music’. Hij neemt er deel aan vele talentenjachten, maar het is pas wanneer hij op advies van zijn vader een beetje jodelen aan de oude country songs toevoegt dat zijn carrière echt een vlucht begint te nemen (vergelijk met Jimmy Rodgers eerste succes, wanneer hij op het einde van het refrein een jodel toevoegt, MVI). “(…)it wasn’t until he took his dad’s advice and added a little yodeling to those old country songs that things began to change.” Hij noemt zichzelf ook wel eens Yodeling Fool. Hij brengt een cd uit ‘Total Yodel’, waar vele jodelsongs (van zichzelf, maar ook covers) op voorkomen. Op deze cd staan er vier songs met jodelen.
Zijn repetutatie is dus gebaseerd op het feit dat hij een ‘echte cowboy’ is (een ranch runt), maar dus zeker ook dat hij ‘the best yodeler around’ is. Zijn lijflied is ‘YOdeling Fool’.
Het is grappig maar vaak wordt dat jodelen toch echt als een rattenvanger van hamel-effect beschreven. In de introductie op de liner-notes door Jim Smith bijvoorbeeld: “I’ve seen people come into a record store looking for the latest Top 40 hit and walk out with a Wylie album instead. All it takes is a little exposure. That yodelin’ comes over the system, and the cock their heads and furrow their brow. “What’s this? they ask. (It’s always what, not who.) “Hey, that’s Wylie,” someone says. “Wylie?” They do a double-take. “I want it!” And they take it home, still confused and changed forever.”
Wylie over de jodel songs op deze cd: 1. Yodeling Cowhand: “This song was written in honor of my friends who toss the ‘big loop’…the breed of cowboy known as the ‘buckaroo’ or ‘vaquero’. I admire their honor of tradition.
- Yodeling my Blues Away: “A day without yodeling is like a day without sunshine! I continue my quest to revive an art that was passed on to me by my father. This is a semi-autobiographical account of the fact that I had to punch a time clock at one point in my life. Now I yodel and punch cows for a living. What better life is there?
-
Odessa Yodel: “My Wife, Kimberley, and I were hauling a mare up to northern Washington. As we drove through the scablands near Odessa, I came up with this melody. I happened to have my guitar with me and had the song finished by the time we arrived at our destination. My wife was very patient to spend an afternoon in the front cab of our pick-up with her yodeler husband trying to write a song.
-
Ol’ Coyote: “Every night the coyotes make quite a ruckus on Alkalai Creek near our ranch. Their happy chorus inspired a song of my own. When the coyotes are howlin’, I know all is well in our part of the world.”
In het boek van Bart Plantenga (2004) staat een mooi anecdote over een rechtszaak met Yahoo, die zijn jodel onrechtmatig zou gebruiken (copy right infringement). Wylie verdedigt zich door te zeggen dat de jodel meer dan een schreeuw is. Het heeft ook een muzikale structuur. Dat is een interessante spanning, die spanning tussen een natuurgegeven en een cultuurkwestie.
WYlie & The Wild West, ‘Total Yodel!’, Rounder 1998
In het voorwoord bij de cdliner notes omcshrijft yodeling als “A lost art that deserves to be resurrected and echoed far and loud. It was born somewhere in the Bavarian Alps and somehow ended up on American shores dressed up in the form of a Jimmie Rodgers verse-ending refrain, an Elton Britt stratospheric free-for-all, or a tearful Slim Whitman vocal brea. It can be happy, it can be lonesom…it’s always soulful.”
De cd is een hommmage aan het jodelen. Met eretributen aan de grote meesters, maar ook eigen bijdragen. HIer worden terug zijn muzikale invloeden aangehaald via zijn vaderslijn (hier is sprake van Elton Britt, en Sons of the Pioneers). “My dad used to yodel up on the ski hill,”Willy said. “Every time he’d get to the top of the hill, he’d shake the snow of his skis and let out a yodel. That was our signal to go down the hill.” “Of course, that led us trying to mimic him. I remember when I was 10 or 12, I tried to yodel and I could do it better than my brothers.”(in liner notes text van Eric Sorensen) Deze competitie, en met iets de ander kunnen overtroeven is een terugkerende motief bij de reden waarom jodelen geliefd is. Het onderscheidt je van de anderen. In Los Angeles finetuned hij zijn jodeltechniek door les te nemen… van een Austrian yodel lessons record. Hij had altijd jodelsongs om zijn publiek op de hand te krijgen, zoals ‘Little Old Lady’ van New Riders of the Purple Sage: “she slid down the mountain on her little old lady hoo’.
Fans vragen altijd verzoeknummers met jodel. “Indeed, popular demand all but required he cut a record of bent and broken notes. “It’s a purely populist vote as far as what the fans want to hear. Every time we sall at the merchandise stands, it seems the Number One question is, ‘Which album has the most yodeling on it?” said Wylie.
Het meest vreemde nummer vind ik Big Sky Lullaby. Het lijkt heel erg op The Cattle Cal uit mijn archief, maar maakt het zwemeriger, uitgerekter over het hele lied met instrumentale begeleiding. Het werk gebruikt voor een reclame van Travel Montana, het toeristisch bureau van de staat.
Big Sky Lullaby: “I just wanted a song that would evoke the wide open spaces of Montana,” said Wylie, who paid tribute to Tex Owens ‘Catlle Call’ in the process. In its way, the tune was a hit, leading to sales of about 200 tapes of Wylie recordings.
Lovesick Blues: het zou een Hank Williams song kunnen zijn, maar het is dat niet. “A lot of people don’t notice that there’s yodeling in the song because it was done so well,” Wylie said. “It’s just a break in the voice.”
Teardrops in my Heart: heeft wel wat voice breaks maar is geen jodel song en werd in de cd ‘gesmokkeld’.
Yodeling Fool bevat de autobiografie van Wylie. Het is niet mijn favoriet nummer, maar is wel zijn lijflied.
Cowpoke is wel een van mijn favorieten op deze cd.
Jüüzli” Jodel du Muotatal, Suisse
The cd *”Jüüzli” Jodel du Muotatal, Suisse * in the series of Le Chant du Monde (LDX 274 716) was the first recording, after which the four films were made. The liner notes contain very insightful information about the distinction between Naturjodel and Das Jodellied, next to musicological analyses of the characteristics of the yodeling or Jüüzli in Muotatal, and bibliographic references.
Here’s passages overwritten from the linernotes:
On désigne généralement par le terme de jodel un type de chant caractérisé par des passages nombreux et rapides d’une voix de poitrine à une voix de tête. Il en résulte l’emploi fréquent de larges intervalles, tels la sixte et la septième. Une autre caractéristique du jodel est vocalisé sur des syllabes dénuées de sgnification lexicale. Cette technique particulière du chant n’existe pas seulement dans les régions alpines d’Europe (Autriche, Allemagne, Suisse) comme on l’a longtemps cru, mais également ailleurs dans le monde, notamment en Afrique centrale chez les Pygmées et en Oc”anie ches les Mélanésiens des Liles Salomon. (Cf. le discque compact Polyphonies des Îles Salomon (Guadalcanal et Savo), Collection CNRS - Musée de l’Homme, Le Chant du Monde LDX 274863.)
Le Jodel en Suisse
En Suisse, le jodel est principalement répandu sur le versant nord des Alples. Ne pénétrant que peu en Suisse romande, dans les Alpes fribourgeioses et vaudoises, le jodel est eseentiellement un art des populations parlant des dialectes allemands.
Le jodel de tradition orale, caractérisé par des éléments stylistiques régionaux très marqués, est aujourd’hui généraelement qualifié de Naturjodel. Ce terme a été forgé pour le dinstiguer du Jodellied écrit par un compositeur qui ajoute aux paroles strophisques une refrain jodlé. La propagation de ces compositions écrites - dont les textes véhiculent une idéologie patriotique glorifiant la vie dite libre des paysans et berges et la beauté des montagnes - est étroitement liéee au développement, à partir du XIXe siècle, du mouvement des sociétés de chant (cf. M.P. Baumann, livre mentionné dans la bibliographie). Les Jodlerklub, chorales spécialisées dans le jodel (ou plutôt dans le Jodellied), de même que des chanteurs ou chanteuses solistes et des joueurs du cor des Alpes, sont regroupés en des associations régionales et u ne association fédérale qui organisent périodiquement des fêtes de yodleurs au cours desquelles les participants des villes et des campagnes entrent en compétition et sont notés par des Kampfrichter, “juges de combat”. Ces associations organisent aussi des stages d’initiation au jodel et des cours pour les chefs de musique. Selon les vues de l’association fédérale (Edigenössischer Jodlerverband) telles qu’elles expremiment dans le manuel pour débutatnts et dans les stages, le jodel nécessite, pas moins que le chant classique, une éducation de la voix, une maîtrise de la technique de la respiration, une discipline de l’exécution. Des exercises comportant des successions de syllabes ‘normalisées’ y préparent les débutants. A l’issue d’un stage de jodel, le responsable a declaré à la presse: “JOdeler tout simplement? C’est le passé. Aujourd’hui il faut connaître à fond la technique et la matière, et naturelement aussi la pratique/” (cf. W. Heim, article mentioné dans la bibliographie).
C’est un fait que les mass-médias et l’industrie du disque promeuvent presque exclusivement le jodel policé des chorales. Ceux qui pratiquent le jodel d’une manière tradtionnelle évitent souvent d’exprimer un jugement (n’y a-t-il pas marmi leur voisins, amis ou parents, des membres d’une chorale?) et se contentent de prononcer la formule laconique: “Ce n’est pas pareil…”. Certains, cependant, critiquent plus ouvertement les chorales et leur quasi-monopole comme représentants officiels du jodel dans la vie culturelle suisse.
Les jodels exécutés par des chorales dans les studios d’enregistrement étant suffisamment représentés par les disques de folklore suisse, il n’est pas nécessaire d’en inclure ici des échantillons. Ce disque est le premier à être entièrement consacré aux youtses exécutées par des chanteurs enregistrés “sur le terrain” et dont les voix n’ont pas été travaillées par la pratique du chant choral. A la suite de la première édition de ce disque, une série de quatre films a été réalisée (cf. références filmographiques).
Ik vind het eerste twee tracks al heel mooi. De dialoog tussen mensen en dieren intrigeert me. Hier is er het roepen naar de koeien om ze naar de stal te leiden, en het jodelen tijdens het melken.
De derde track is mijn favoriet. De vrouw wordt door andere dorpsgenoten als wat ‘off’ bescouwd. Ze vinden haar jodels ‘twisted’, maar mij doen ze erg denken aan de Pygmeeën jodels. Er zit meer dat schreeuwerige in, en een kwaliteit die het bijna boven alle vorm van alpiene context tilt. Het laatste deel van deze track is een imitatie van de Büchel. Dat doet me denken aan de Ierse ‘mouthmusic’, waarbij stemmen ook een instrument nabootsen.
Verder zijn de groepsgezangen van track 12 en 13 erg mooi. Bij track 12 is er een contrast tussen de rauwere stemmen en enkele zoetgevooisde jonge vrouwen stemmen. Hier klinkt die onwereldse onschuld, die tot de erotische verbeelding is gaan spreken (cf. Edelweisen, interview met Erna Van Akoleyen, de Tiroler sex films).
Um alte Silveschter Urnäsch. Zäuleri aus Appenzell U. Rh.
Op deze cd staan verschillende muziakle families of groepen die top 13 januari 1990 en 12 januari 1991 wrden opgenomen. Uit de credits kan je opmaken dat het om enkele families gaat, met veel Alders (een Alder kwam ook in de film Heimklänge voor). Voor mij is het moeilijk om echt de verschillen te horen Het gaat om een groep A’Buel-Bänkli Schüpperl van track 1 tot 7), de Wëschte Dörfli Schuppel (track 8 tot 16) en de Oberfeld Schuppel (track 17 tot 21). Uitgebracht op CSR Records, in 1991, Zürich
Schweizer Volksmusik. Tag der Schweizer Volksmusik.
Innerschweiz Bernbiet Appenzell Graubünden Ticino Romandie Het is een zeer lange cd waar verschillene muzieken uit verschillende streken optreden. Vooral de Cd-liner notes zijn interessant omdat ze duidelijker informatie geven over de verschillende muzikale stijlen in het heterogene muzikale landschap van Zwitserland. Ik heb daarom het ganse boekje gescand. In Itunes heb ik enkel die nummers aangevinkt waar me iets frappeerde, naast uiteraard alle jodelcomposities. Zoals nummer 1 met flesjes, nummer 4 met het geblaas op papier. 5, 12 en 14 zijn jodelnummers. 16 klinkt bijna als een Monteverdi. Op 17 vind ik het hoorngeluid mooi. Op de tweede cd stip ik aan: nummer 1, een groepjodel die bijna klinkt alsof de cd vertraagd is, ook numer twee zijn een groepsjodel met dierenimitaties. Tot slot nummer 5, maar daarna komt er op de tweede cd geen jodel meer voor, wel enkele mooie fanfare of koornummers, maar niet meteen van belang voor mij.
TRIBU ITALICHE/TRENTINO-ALTO ADIGE
Zäuerli, The Secular Swiss Yodeling, Marcel Cellier Collection, Dsiques Piere Verany
Cd focust op het jodelen in de Urnäsch Valley (Appenzell). “Pastoral life dominates here. It inspires and fertilizes popular art. The cow is queen. Woman is excluded. (…) They produce the best cheese but they are the last in our civilized world that obstinately refuses their wives the right to vote.” (Dat is toch wel wat problematisch voor mijn eigen verkenning hier. Vrouwen zijn buitengesloten! Ja, tof).
Go there on the 13th of January, the date of Old New Year’s Eve (observed according to the Julian Calendar). Dan zie je honderd ‘Kläuse’ met mooie of lelijke maskers die doorheen de vallei trekken.
Interessant dat hier een link wordt gemaakt met een soort exorcisme: “”hundreds of ‘Kläuse’, disguised with beautiful or ugly masks, (who) haunt the valley in an apocaliptic din from farm to hamlet, from inn to tavern. Skipping about exorcise the evil spirits. This is a cultural event whose roots plunge back into pagan times. On this day, instinct dominates reason. But when the dumfounding clanging of bells, the erotic swinging, the jingling tone down, when the terrifying masqueraders becomes still and regroup themselves in a circle before the farms…then in a religious silence resound the Zäuerli.”
De cd bevat 12 Zäuerli door authentieke groepen van ‘KLäuse’, die tijdens het jaar ontmoetingen regelen onder de naam van Schötzechörli Stein. Het zijn field recordings. Je hoort ook de koeienbellen, de ‘Talerschwinge’ (a coin which one spins centrifugally in resonant earthenware bowls), ‘Schälleschotte ‘a way of making musically consonant several display bells hung from the arms of the performers).
Discography diary
Ik ben op 13 juni terug naar de Mediatheek gegaan en ik heb alles besteld of meegebracht dat ik vond bij de eerste twee pagina’s hits na mijn search ‘yodel’. Er zijn tientallen pagina’s, maar de eerste twee pagina’s leveren dus al dit op:
Niet gevonden: MU8686, Cd van Christian Zender en MA0223
Deze werden ook aanbevolen door een werker in de mediatheek: MU7492 7972 7971
Overzicht
Kenny Robert als ‘king of yodeling’, luister maar eens naar zijn versie van Chime Bells, dat moet ik dus opzoeken. Cf. The Best of Country Yodel, vol 3
The Girls of the Golden West (Dollie & Millie Good) uit de jaren dertig (invloed op Rosalie Allen)
Jazz en yodel
Avant-garde muziek
Stockhausen, Licht-Ruf (sectie Superformel aus Licht)
Myriam,
Het zal wel niet de bedoeling zijn om een databank aan te leggen (en het is misschien al hopeloos gedateerd), maar ik deed nog een ‘vondstje’ op het internet (http://www.georg-heike.de/pdf/stockhausenvokalkomp.pdf) waarin de auteur o.m. het volgende meedeelt:
‘Das folgende Beispiel aus der Superformel für Licht 3 bedarf keiner näheren Kommentierung: Es zeigt nicht nur differenzierte vokalische Artikulationsänderungen, sondern diverse Geräuschnotationen auch nichtsprachlicher Art (Kußgeräusch, Jodeln, Atemgeräusch).’
Het extract uit een partituur – ‘Superformel aus Licht’ komt uit de compositie ‘Licht-Ruf’. Het zit allicht heel dicht in de buurt van de Lichtopera’s.
EXTREME YODEL
Sobre Saltos By Fátima Miranda. Zeer hoog bijna zeehonden geluid, snerpend, bijna beangstigend, maar ik vind het wel zeer mooi. Interessant.
NOORD-NOORWEGEN, SAMI, ANARCTISCH
In maart 2013 ben ik naar de mediatheek geweest. Ik heb veel cd’s meegenomen waar er op de een of andere manier de vermelding staat van yoik. Probleem is dat de meeste verwerkingen esoterisch klinken. Er zit zo’n weidse klank, landschaps-openheid, maar komt artificieel over.
MT8255, Finland, Skaidi. Where the river meets. Met Inga Juiso as yoik singer, en jazz improvisatie.
MT7959 Norvège. Unni Rite Lovlid. Minimalistisch mengeling tusesn kamermuziek, electronisch muziek en noorse gezznag, abient.
M0 9987 Finlande. Wimme Mun. Sami yoik zang die op een beetje volks cabaret achtige wijze vertaald wordt. Eigenlijk vond ik het van alle cd’s minst pretentieus, soms wat Tom Waits achtig, maar toch niet zeer bijzonder. Ik heb er wel een kopie van gemaakt.
MT 7355 Suède. Lars-Ante Kuhmunen, Birrasis. Sami-joik met weer die weidse eso-klank. Het lijkt me anders wel een gedreven vertolker en verdediger van yoik.
MT 8222 Norvège. Orvos. Johan Sara jr. Group. Ook joik in combinatie met electronica. Ik vond er echt niets aan.
MT 7087 Norvèe in de reeks Musiques tradtionelles. De beste cd; heeft echte authentieke yoiks, mooie beschrijving in de book outlet. Scan en kopie gemaakt.