SINGELSTEMMEN

EN/ Singelstemmen has been conceived upon invitation by Sculpture International Rotterdam to conclude the 5th IABR (International Architecture Biennale Rotterdam) and inaugurate the Luchtsingel (ZUS architects), an alternative architectonic promenade between the Central Station and the former station Hofplein at the Hofbogen.

Rather than focusing on one spot on the trajectory, Myriam Van Imschoot and Toine Horvers take for their durational performance the entire 720 meter long route of the Luchtsingel as their terrain of action, using the yellow line that marks most of the track’s course and the different acoustic and public ‘spheres’ along its way. The pace and movement patterns of the performers, moving alone or in couples, are determined by throwing the dice. At the spot where they land, they speak the coordinates out loud, using a handmade paper megaphone and a booklet that gives the coordinates information. This process is repeated until each performer reaches the end of the route.

An example of a call: ‘A point at: 51º55‘30.9” Northern Latitude and 4º28‘15.3” Eastern latitude. Height 1.40 m.’

VISUAL

More photos

Singelstemmen

NL/ Voor Singelstemmen ging ik een tweede keer een samenwerking aan met beeldend kunstenaar Toine Horvers, in opdracht van SIR (Sculpture International Rotterdam) ter afsluiting van de vijfde International Architecture Biennale Rotterdam en ter inwijding van de Luchtsingel (ZUS).

Singelstemmen ging een dialoog aan met de stedelijke omgeving via de ‘roep’stem en beweging. Het actieterrein was de Luchtsingel, een urbanistisch project van ZUS-architectecten, dat een door auto’s gedomineerde zone tussen het Centraal District en Hofbogenplein opnieuw leven wou inblazen met oog voor het ‘langzame verkeer’. ZUS bouwde onder meer een lange voetgangersbrug. Ter aanduiding van de zone van hun aandacht werd een 720 meter lange traject’opgelicht’ door een zebragestreepte route die als een helgele ader vanaf het Centraal Station loopt.

Singelstemmen greep terug naar de verbeelding van het spel, maar abstraheerde het ook in een plastische structuur. 10 groepjes ‘spelers’ bewogen zich voort op de gele lijn van de Luchtsingel als in een ganzenbordspel. Hun voortgang woerd bepaald door het gooien van dobbelstenen. Op de plek waarop ze belanden, riepen ze de ruimtelijke coördinaten om met een papieren roeptrechter. Het zigzag-patroon waarmee ze nu eens vooruitgingen, dan weer op hun passen terugkeerden, stond in contrast met de meer gebruikelijke bewegingen in de publieke ruimte. De stem riep om en vestigde steeds weer de aandacht op een hernieuwd ‘hier’ met een eindmeet (nog niet) in zicht.